HCFS staat voor hoog cervicale functiestoornis syndroom.
Uit wetenschappelijke studies blijkt, dat het functioneren van de bovenste nekgewrichten van zeer groot belang is voor de houding- en motoriekontwikkeling van de pasgeborene. In de eerste maanden van de baby zijn deze gewrichtjes ook belangrijk voor een goede zuig- en slikreflex.
Het HCFS-syndroom voorheen KISS-syndroom
Is de baby een “huilbaby”, dan zou dat eventueel een gevolg kunnen zijn van pijnlijke en geblokkeerde bovenste nekgewrichtjes. Verondersteld wordt dat het lange liggen van de baby dan een té grote belasting vormt voor de geblokkeerde hoge nekwervels.
De manueel therapeut vroegtijdig inschakelen betekent dan ook dat problemen worden voorkomen. Enkele behandelingen manuele therapie blijken veelal toereikend te zijn om deze problemen op te lossen en in tijd niet te vergelijken met de z.g. helmtherapie en langdurige oefentherapie. Sinds 1998 behandelden de Nederlandse manueel therapeuten meer dan 10.000 baby’s met het HCFS-syndroom.
Bij meer dan 65% van de kinderen zijn drie behandelingen toereikend om tot een duidelijk gunstig resultaat te komen, waardoor de kinderfysiotherapeut effectiever de (evt resterende) problematiek van het kind kan benaderen vanuit zijn of haar specialisme.
De Behandeling
De manueel therapeut zal met zijn specifieke behandeltechnieken de ongunstige situatie in de bovenste nekgewrichtjes (en bekken) trachten te normaliseren en werkt alszodanig “voorwaardescheppend” in de voor de zuigeling zo belangrijke functies van de hoge nek. Niet alleen vlak na de geboorte, maar maanden (soms jaren) daarna blijkt manuele therapie een effectieve therapie te zijn. De asymmetrie van de zuigeling is één van de duidelijke symptomen van het HCFS-syndroom.
De manueel therapeut heeft oog voor de symmetrische functies van de gehele wervelkolom. Asymmetrie in deze functies, die dikwijls gepaard gaan met functiebeperkingen in de wervelkolomgewrichtjes vormen het domein van de manueel therapeut. De behandeling bestaat uit zachte mobiliserende technieken aan de hoge nekgewrichtjes en elders in de wervelkolom, soms tot in de bekkengewrichten. De behandelingtechnieken zijn klein en zacht, waarbij de juiste behandeltechnieken zich per kind onderscheiden in richting en intensiteit.
Uitsluitend een geregistreerde manueel therapeut, die zich heeft gespecialiseerd in het behandelen van zuigelingen, kan deze verfijnde behandeltechnieken op een verantwoorde wijze toepassen.